Wanneer de bezuinigingen bij het ministerie van Defensie doorgaan dan blijven er te weinig F-16’s en piloten over om aan de Nederlandse militaire ambities te voldoen.
Dat heeft de Algemene Rekenkamer becijferd. Er zouden 89 tot 98 F-16-gevechtsvliegtuigen beschikbaar moeten zijn. Maar op dit moment zijn dit er slechts 67.
De F-16’s zijn nodig voor de permanente bewaking van het luchtruim. Defensie wil verder jaarlijks deelnemen aan een internationale missie.
De Rekenkamer concludeert dat minister van Defensie Hans Hillen geen idee heeft van de kosten van zowel de F-16’s die in gebruik zijn als van het miljarden project van de Joint Strike Fighter (JSF).
Daarnaast stelt het rapport dat de krijgsmacht niet aan haar eigen ambities met de F-16 kan voldoen.
Momenteel zijn 4 F-16-jachtvliegtuigen gestationeerd op de basis van Camp Marmal bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif om de politietrainingsmissie in Kunduz te ondersteunen.
Vorig jaar namen 6 Nederlande F-16’s deel aan de NAVO-operaties boven Libië.
Piloten
De training van piloten kost volgens de Algemene Rekenkamer zo veel vlieguren dat er voor missies geen uren overblijven.
Minister Hans Hillen erkent dat er een krappe bezetting is en dat deelname aan missies tijdelijk ten koste kan gaan van de training van vliegers.
F-16
Het Ministerie van Defensie heeft 213 F-16’s in de periode 1979 tot 1992 gekocht. Doordat 33 toestellen verloren gingen, en de verkoop van F-16's na bijgestelde ambities, waren er begin vorig jaar nog 87.
Wegens de bezuinigingen stoot Defensie nog 19 F-16’s af.
F-16’s maken per jaar minder vlieguren en het aantal piloten is al teruggebracht naar 68.