maandag 12 november 2012

Jeanine Hennis-Plasschaert nieuwe minister van Defensie

Mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) is op 5 november 2012 benoemd tot minister van Defensie in het kabinet-Rutte-Asscher. Ze volgt daarmee Hans Hillen (CDA) op.

Hennis was van 2004 tot 2010 voor de VVD lid van het Europees Parlement. Ze maakte daar onder meer deel uit van de commissie vervoer en toerisme en de commissie burgerlijke vrijheden, binnenlandse zaken en justitie.

Op 17 juni 2010 werd Jeanine Hennis lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Ze hield zich in de Kamer onder meer bezig met veiligheid, politie, gelijke behandeling en rampen- en crisisbestrijding.

Op de site van de Rijksoverheid zegt Hennis-Plasschaert onder meer dat ze staat voor een sterke krijgsmacht voor een welvarend Nederland, en dat Nederland op drie stevige pijlers rust: vrijheid, veiligheid en welvaart.

"Ons land rust op drie stevige pijlers: vrijheid, veiligheid en welvaart. Dat maakt Nederland nog altijd tot één van de meest stabiele en welvarende landen ter wereld.”

“Defensie is dagelijks actief om die pijlers te beschermen en te versterken, in Nederland en daarbuiten. Want werken aan vrijheid en veiligheid, is voor handelsland Nederland van groot belang,” aldus de nieuwe minister.

Ze zegt: “De krijgsmacht doet daarmee belangrijk werk voor alle burgers en bedrijven in Nederland. Een sterke krijgsmacht voor een welvarend Nederland. Daar sta ik voor.”

donderdag 28 juni 2012

Tom Middendorp volgt Peter van Uhm op als commandant krijgsmacht

Peter van Uhm feliciteert zijn opvolger Tom Middendorp (Foto: ministerie van Defensie)
Generaal Tom Middendorp (52) is donderdagmiddag op het Binnenhof in Den Haag benoemd tot de nieuwe Commandant der Strijdkrachten (CDS). Hij neemt het commando over het leger over van zijn ranggenoot Peter van Uhm.

Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Defensie in een verklaring bekendgemaakt. Generaal Peter van Uhm is ruim vier jaar commandant geweest over de Nederlandse krijgsmacht.

De commandowisseling en de bijbehorende overdracht van bevoegdheden was omgeven met groot militair ceremonieel. Bewapende detachementen uit alle krijgsmachtdelen gaven acte de présence bij de plechtigheid op het Binnenhof.

Bij de ceremonie waren ook dragers van de Militaire Willemsorde, veteranen, nabestaanden van gesneuvelde Nederlandse militairen, (oud-)bewindslieden, Eerste en Tweede Kamerleden en diplomatieke vertegenwoordigers van NAVO-landen aanwezig.

Van Uhm nodigde tijdens zijn toespraak de aanwezigen op het Binnenhof uit om een minuut stilte in acht te nemen voor de militairen die tijdens de uitvoering van hun opdracht om het leven zijn gekomen.

Troepenman
Minister Hans Hillen van Defensie kenmerkte Van Uhm als troepenman en bedankte hem voor zijn inzet voor Nederland..

Hillen zei: “Een generaal die het liefst in zijn vlekkenpak stond, één met zijn mannen en vrouwen. Loyaal aan zijn mensen. Loyaal aan de politiek. De grote bezuinigingen die zo moeilijk zijn voor zijn militairen, heeft hij uitgevoerd. Hij heeft daarvoor de verantwoordelijkheid durven nemen. Dat is leiderschap. Ik dank hem voor zijn inzet en de persoonlijke offers die hij voor ons land heeft gebracht.”

De bewindsman benoemde vervolgens Van Uhm namens de koningin tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden.

Hindernisbaan
Generaal Peter van Uhm benadrukte in zijn afscheidsspeech het belang van de krijgsmacht en bracht ook zijn zoon Dennis in herinnering, die een dag na zijn aantreden als CDS sneuvelde in Afghanistan.

Van Uhm zei: “Dennis vertelde een collega in de nacht van mijn benoeming dat zijn vader een paar uur eerder Commandant der Strijdkrachten was geworden. Hij zei dat zijn vader was begonnen aan een mooie eindsprint in zijn lange militaire loopbaan. Het bleek geen eindsprint te zijn maar een hindernisbaan."

"Als Commandant der Strijdkrachten was het mijn taak de Nederlandse regering te adviseren, zodat de regering een afgewogen besluit kan nemen. Op een goede manier bijdragen aan de besluitvorming, steeds onze militairen proberen uit te leggen wat in politiek Den Haag is besloten en deze besluiten loyaal uit te voeren, dat is de hindernisbaan die ik de afgelopen 4 jaren heb genomen,” aldus Van Uhm.

Deze hindernisbaan markeert ook het einde van een militaire carrière van 40 jaar. Generaal Van Uhm gaat met leeftijdspensioen.

Van Uhm zei verder dat hij nu tijd wil nemen om boeken te lezen, om te sporten, en eerst even het hoofd leeg wil maken.

Hoofdtaken personeel, missies en vernieuwing
Middendorp heeft nu de militaire leiding over de marine, land- en luchtmacht. Hij noemde de Nederlandse soldaat gedreven maar bracht ook de zorgen over bezuinigingen bij Defensie onder de aandacht. Hij wil zich richten op personeel, missies en vernieuwing.

Hij zei tijdens de ceremonie: “De afgelopen weken bezocht ik vele eenheden. Wat ik zie is een enorme gedrevenheid. De Nederlandse militair is trots op zijn werk, maar heeft ook zorgen. Zorgen over de eigen toekomst bij Defensie. En zorgen over ‘waarom bezuinigen terwijl de wereld er niet veiliger op wordt en Defensie meer dan ooit wordt ingezet’. Ik deel die zorgen.”

“Daarom richt ik mij de komende tijd op 3 hoofdzaken: personeel, missies en vernieuwing. Allereerst het personeel en de impact van de enorme bezuinigingsoperatie. Daarnaast de missies. Uiteraard moet de krijgsmacht geopend blijven tijdens de verbouwing. Onze 15 missies in het buitenland lopen gewoon door. Dat geldt ook voor de steun- en bijstandverlening in Nederland. Alleen al het afgelopen jaar zijn we meer dan 2.000 keer gevraagd en de vraag blijft stijgen. Last but not least noem ik vernieuwing. Onze slagkracht hangt af van of wij kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen zoals cyberdreiging.”

De door generaal Middendorp uitgesproken woorden "Hierbij aanvaard ik het commando over de Nederlandse krijgsmacht" en een handdruk bezegelden de daadwerkelijke overdracht.

Tom Middendorp is nu als 'hoogste baas' van de commandanten van de zee-, land- en luchtmacht verantwoordelijk voor de planning, aansturing en inzet van de krijgsmacht. Ook bepaalt hij het operationele beleid van de krijgsmacht.

Adviseur
De NOS meldt dat Tom Middendorp als Commandant der Strijdkrachten ook de belangrijkste militaire adviseur is van de minister van Defensie en van de regering. Deze adviesfunctie bestaat sinds 2005.

Middendorp is na zijn voorgangers Dick Berlijn en Peter van Uhm de derde die deze functie vervult.



Zie ook:
Generaals Van Uhm en Middendorp bezoeken premier Rutte

donderdag 21 juni 2012

Generaals Van Uhm en Middendorp bezoeken premier Rutte

Vlnr. Peter van Uhm, Mark Rutte en Tom Middendorp in het torentje in Den Haag (Foto: ministerie van Defensie)
Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm en zijn opvolger generaal Tom Middendorp hebben donderdagmiddag een bezoek gebracht aan premier Mark Rutte.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie meldt dat in het torentje in Den Haag gesproken werd over lopende missies van de krijgsmacht.

Het bezoek van de topgeneraals aan de minister-president gaat vooraf aan de officiële commando-overdracht.

Volgende week donderdag neemt generaal Tom Middendorp het bevel over de strijdkrachten over van generaal Peter van Uhm, die vanaf 2008 het bevel over het Nederlandse leger voerde.

Defensie meldt dat de commandowisseling zal worden omgeven door militair ceremonieel en plaatsvindt op het Binnenhof in Den Haag. De gebeurtenis is te volgen op Nederland 2 vanaf 13.55 uur.

De grootste missies die de Nederlandse krijgsmacht momenteel uitvoert zijn de politietrainingsmissie in Afghanistan en de antipiraterij-missie in de wateren bij Somalië.

Bezuinigingen defensie leiden tot bezorgdheid bij Hans Hillen

Minister van Defensie Hans Hillen heeft de politiek opgeroepen zijn ministerie niet nog eens op te zadelen met meer bezuinigingen bovenop de voorgenomen 1 miljard. De bewindman is van mening dat zijn ministerie respijt moet krijgen.

Hillen liet de Tweede Kamer woensdag weten: “De krijgsmacht piept en kraakt overal al door de huidige reorganisatie,” zo meldt een woordvoerder van het ministerie van Defensie.

De bewindsman zei “een bijna dramatische oproep te doen” aan de partijen om de krijgsmacht rust te geven.

Met de bezuiniging van 1 miljard daalt de begroting van defensie tot ongeveer 7 miljard. Er verdwijnen ook nog eens 12.000 banen.

Hillen is van mening dat de herstructurering een dusdanig zware wissel op zijn ministerie trekt dat het “respijt moet krijgen”, aldus de woordvoerder van de minister.

Niet op orde
Volgens Hillen is de krijgsmacht op dit moment “niet op orde voor welke ambitie dan ook”.

De Politietrainingsmissie in Kunduz en de antipiraterijmissie in de wateren bij Somalië zijn volgens Hillen uitvoerbaar, maar meer dan dit niet.

Deze situatie blijft volgens hem tot 2014 bestaan, wanneer de reorganisatie bij zijn departement moet zijn voltooid.

De inkrimpingen hebben niet alleen een negatief effect op de werving, ook veel personeel verlaat de organisatie.

Hillen meent dat de politiek aan deze beweging een positieve bijdrage kan leveren door Defensie de kans te geven zich te herstellen.

Volgens de minister wordt het beeld dat jonge mensen hebben van een carrière bij de krijgsmacht ‘wel heel erg duister’ zolang de bezuinigingen boven de markt blijven hangen.

Na de huidige reorganisatie werken bij Defensie nog ongeveer 50.000 militairen en burgers.

Zie ook:
Deel materieel bezuinigingen Defensie niet in verkoop
Bezuinigingen Defensie brengen deelname F-16’s aan missies in gedrang
Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig
Bezuinigingen bezorgen ministerie Defensie moeilijk jaar

vrijdag 15 juni 2012

Generaal Van Uhm Officier in de orde van Australië

Commandant der Strijdkrachten generaal Peter van Uhm is in de Australische hoofdstad Canberra benoemd tot Officier in de orde van Australië. Hij kreeg de onderscheiding vanwege zijn leiderschap tijdens de Nederlandse missie in Uruzgan.

Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Defensie vrijdag bekendgemaakt. Generaal David Hurley, de hoogste militair van Australië, reikte de onderscheiding uit tijdens het werkbezoek dat Van Uhm aan de Australische krijgsmacht brengt.

Uruzgan
Generaal Van Uhm ontving de onderscheiding vanwege zijn uitzonderlijk militair leiderschap tijdens de missie van de Nederlandse krijgsmacht in Uruzgan.

Van april 2008 tot juli 2010 viel ook de Australische eenheid in deze provincie in het zuiden van Afghanistan onder zijn bevel.

Defensie meldt dat de Australiërs het inspirerend militair leiderschap van Van Uhm roemden. Dat leidde tot een duidelijke verbetering van de veiligheid in de provincie Uruzgan.

Generaal Hurley zei verder: “Ook generaal Van Uhms enorme persoonlijke betrokkenheid bij de Australische militairen is door ons zeer gewaardeerd.”

Van Uhm toonde zich vereerd met de hoge onderscheiding en draagt hem op aan de Nederlandse militairen die in Uruzgan hebben gediend.

Hij zei: “Ik heb de onderscheiding gekregen, maar het zijn onze militairen die het werk hebben gedaan. Deze onderscheiding is voor hen.”

Generaal Van Uhm is een van de weinige niet-Australische militairen die tot Officier in de Orde van Australië wordt benoemd.

De laatste keer dat de onderscheiding werd uitgereikt was aan de Amerikaanse generaal David Petraeus. Hij leidde een jaar de International Security Assistance Force (ISAF) missie van de NAVO in Afghanistan.

Petraeus werd vorig jaar juli opgevolgd door de Amerikaanse generaal John Allen en vervolgens directeur van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA.

Nederland leidde van augustus 2006 tot augustus 2010 voor de ISAF de gewelddadige Zuid-Afghaanse provincie Uruzgan.

Deze Nederlandse missie in Afghanistan heeft aan 25 Nederlandse militairen het leven gekost.

woensdag 30 mei 2012

Deel materieel bezuinigingen Defensie niet in verkoop

Een deel van het defensiematerieel dat vanwege bezuinigingen is stilgezet wordt niet verkocht, maar gebruikt voor reserveonderdelen. Hierdoor kunnen voorraden meteen worden aangevuld, en verkoop kan minder opleveren dan de onderdelen waard zijn.

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie meldde dinsdag dat minister Hans Hillen (Defensie) dit in een brief aan de Tweede Kamer heeft geschreven.

Het gaat om 40 Medium Range Anti Tank wapensystemen (Fennek), 3 pantserhouwitsers en 4 F-16's.

Het overige materieel dat door de bezuinigingen op Defensie overbodig is geworden staat nog steeds in de verkoop.

Het gaat daarbij om 3 pantserhouwitsers, 15 F-16-gevechtsvliegtuigen, 4 mijnenbestrijdingsvaartuigen, alle Leopard 2A6-gevechtstanks, de Cougar-transporthelikopters, het DC-10-transportvliegtuig en een bevoorradingsschip.

Minister Hillen nam de beslissing naar aanleiding van het wetgevingsoverleg materieel van 7 november 2011.

Daarin werd hem gevraagd te onderzoeken of de verkoop van de wapensystemen doelmatiger is dan het aanhouden van materieel voor reservedelen.

Voorraden aanvullen
Voor het hergebruik van onderdelen van de Fenneks en de pantserhouwitsers is gekozen, omdat bleek dat de totale marktwaarde van de onderdelen aanzienlijk hoger is dan de verkoopopbrengsten, aldus Defensie.

F-16’s
Van 4 F-16-jachtvliegtuigen kunnen de motoren en vleugels hergebruikt worden voor de 68 F-16’s die operationeel blijven.

Er blijven 15 toestellen beschikbaar om te verkopen.

Dankzij de ontmanteling van 4 toestellen komen onderdelen beschikbaar die niet meer op de markt zijn.

Volgens minister Hans Hillen kunnen door hergebruik van onderdelen de voorraden direct worden aangevuld. Hergebruik leidt tot een grotere beschikbaarheid, waarmee de inzetbaarheid verbetert.

maandag 21 mei 2012

Wat bespreekt de NAVO in Chicago?

Vertegenwoordigers van 60 landen zijn zondag en maandag samen op de NAVO-top in het Amerikaanse Chicago. Het is de grootste NAVO-bijeenkomst die ooit is gehouden. Maar wat doen ze daar in Chicago?

Een woordvoerder van het ministerie van Defensie meldde afgelopen week dat ze daar spreken “over een verantwoord vertrek uit Afghanistan, raketverdediging, cyberaanvallen en betere samenwerking.”

Vanuit Nederland zijn minister-president Mark Rutte samen met de ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) op de top aanwezig. In verschillende overleggen praten zij met hun collega’s van de andere NAVO-landen.

Defensie meldt dat een van de onderwerpen, waar ook Nederland hoog op inzet, Smart Defence is. Dit is “het slimmer omgaan met defensiebudgetten, zodat de slagkracht van de landen gezamenlijk groter wordt”

Smart Defence
Dit ‘slimmer omgaan met het budget willen landen bereiken door meer en betere samenwerking. Afgelopen jaar zijn de mogelijkheden hiervoor in kaart gebracht en is nagedacht over wat dit in grote lijnen betekent.

Het is volgens Defensie bijvoorbeeld belangrijk om de plannen van de afzonderlijke lidstaten, zoals de aanschaf van transportvliegtuigen, zoveel mogelijk af te stemmen op de behoeften van de NAVO, zoals meer luchttransportcapaciteit.

Dat betekent een aanpassing van het NAVO-planningsproces, waarvoor Chicago het startsein geeft.

Nederland is bij 17 van de 21 onderkende smart defence-projecten betrokken.

Counter IED/Biometrie-project
Tijdens de top hoopt Nederland op groen licht voor het Counter IED/Biometrie-project, waarmee door meer samenwerking organisaties achter bermbommen kunnen worden opgerold.

Met de Task Force Counter IED en de marechausseebijdrage loopt Nederland hierin voorop.

Met IED worden Improvised Explosive Devices aangeduid, geïmproviseerde explosieven, zoals bermbommen.

Ondertussen is bekendgemaakt dat Nederland dit project gaat leiden.

Vertrek Afghanistan
Tijdens de NAVO-top staat ook Afghanistan op de agenda. Het is de bedoeling dat in 2014 de Afghaanse regering weer zelf de verantwoordelijkheid draagt voor de veiligheid in het land.

De NAVO krijgt dan een andere rol, waarbij de nadruk ligt op ondersteuning en training van de Afghaanse veiligheidsinstanties, aldus Defensie.

De NAVO is ook op zoek naar geldschieters om de Afghaanse veiligheidsdiensten te betalen. Hiervoor is ongeveer 4,1 miljard dollar per jaar nodig na 2014, waarvan Afghanistan 500 miljoen dollar zelf zegt te kunnen betalen.

Verder wil de NAVO met Pakistan praten over de doorvoer van goederen door dat land naar Afghanistan. Islamabad is van plan om 5.000 dollar per container in rekening te gaan brengen.

Dreiging terrorisme
De bondgenoten spreken in Chicago ook over de rol die de NAVO speelt bij hedendaagse dreigingen, zoals terrorisme, massavernietigingswapens en cyberaanvallen.

Omdat de bevolking deze dreigingen vaak pas ervaart als het te laat is, wil minister Hillen meer bewustzijn creëren voor het belang van een krachtige NAVO om aanvallen te voorkomen of af te slaan, aldus Defensie.

Anti-raketschild
Amerika bouwt momenteel een anti-raketschild op Europees grondgebied. De NOS bericht dat Rusland hier moeite mee heeft.

Het schild moet de Europese NAVO-staten vanaf 2020 beschermen tegen een mogelijke aanval van ballistische raketten.

NAVO-chef Rasmussen spreekt van dertig landen die Europa kunnen bedreigen. Maar volgens de NOS lijkt het schild vooral bedoeld als verdediging tegen Iran.

De NAVO wil de eerste fase van de ingebruikneming van het anti-raketschild dit weekeinde in Chicago feestelijk aankondigen.

Rusland ziet het raketschild echter als een hervatting van de wapenwedloop in Europa. Nikolai Makarow, de Russische stafchef, heeft onlangs gezegd dat Moskou meteen zal reageren als het schild wordt gebruikt.

Daarbij verwees de generaal naar de mogelijheid om het schild vanuit de Russische enclave Kaliningrad te vernietigen.

De NOS zegt dat de NAVO-landen niet zitten te wachten op een nieuwe wapenwedloop, omdat ze juist moeten bezuinigen.

Rusland is niet uitgenodigd op de NAVO-topontmoeting in Chicago.

Achtergrond NAVO
Het ministerie van Defensie brengt ook de achtergrond van de NAVO onder de aandacht. “De NAVO regelt de wederzijdse verdediging van de westerse landen en de samenwerking van hun krijgsmachten.”

“Waar de Verenigde Staten hierbij vaak het voortouw namen, wordt er steeds meer verantwoordelijkheid vanuit Europa verwacht, met het bijbehorende geld en militair materieel.”

“Op dit moment neemt Amerika 75% van de kosten voor zijn rekening, en Europa slechts 25%.”

Defensie zegt dat dit op gespannen voet staat met de bezuinigingen op Defensie door de Europese landen en vraagt om andere afspraken tussen de NAVO-landen.

Voor Nederland is internationale samenwerking dan ook niet langer een keuze, maar eenvoudigweg noodzaak, laat Defensieminister Hillen geregeld weten.

Bestaande samenwerking
De Nederlandse krijgsmacht werkt al van oudsher samen met andere landen.

Defensie somt daarbij een aantal voorbeelden op, zoals het gezamenlijk gebruik van transportvliegtuigen, het verzorgen van marineopleidingen en binnen een Duits-Nederlands legerkorps.

Eerder dit jaar tekenden minister Hillen en zijn Belgische en Luxemburgse collega’s een Benelux-overeenkomst voor verdergaande militaire samenwerking. Hillen pleit voor een grote oefening volgend jaar in alle 3 de landen.



Zie ook:
Obama opent NAVO-top in Chicago
Panetta wil met Pakistan in Chicago babbelen over kosten doorvoer NAVO-materieel
Karzai aangekomen in Chicago voor NAVO-top

dinsdag 8 mei 2012

Evertsen lost De Ruyter af als vlaggenschip Standing NATO Maritime Group 1

Hr. Ms. De Ruyter op Middellandse Zee (Foto: ministerie van Defensie)
Het fregat Hr. Ms. De Ruyter heeft afgelopen week haar taak beëindigd als vlaggenschip van het vlootverband Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1). Het schip wordt afgelost door de Hr. Ms. Evertsen.

Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Defensie dinsdag gemeld. De afgelopen 4 maanden nam het fregat deel aan de SNMG1, een maritieme component van de snelle reactiemacht van de NAVO.

De Hr. Ms. De Ruyter nam dit voorjaar op de Middellandse Zee deel aan operatie Active Endeavour. Deze operatie van de NAVO richt zich op het afschrikken en verstoren van terroristische activiteiten en het verzamelen van inlichtingen.

Het fregat keerde op 3 mei terug in de haven van Den Helder, zo meldde het ministerie van Defensie eerder deze maand. Hiermee beëindigde het schip zijn taak als vlaggenschip van het vlootverband Standing NATO Maritime Group 1.

Deze zogenoemde NATO Response Force is een permanent parate eenheid die het bondgenootschap in staat stelt snel en flexibel te reageren op veiligheidssituaties.

Nederland nam in januari het bevel over de SNMG-1 over van Italië. Het vlooteskader staat voor een jaar onder bevel van de Nederlandse commandeur Ben Bekkering.

Samen met de staf van het vlootverband stapt Bekkering deze week over op het nieuwe vlaggenschip, de Hr. Ms. Evertsen.

Bekkering gaat zich voorbereiden op de operatie Ocean Shield. Deze operatie van de NAVO richt zich op de bestrijding van piraten in de wateren bij Somalië tussen het oosten van Afrika en het Arabisch schiereiland.

Zie ook:
Nederland neemt bevel Standing NATO Maritime Group 1 over van Italië

woensdag 4 april 2012

Bezuinigingen Defensie brengen deelname F-16’s aan missies in gedrang

Wanneer de bezuinigingen bij het ministerie van Defensie doorgaan dan blijven er te weinig F-16’s en piloten over om aan de Nederlandse militaire ambities te voldoen.

Dat heeft de Algemene Rekenkamer becijferd. Er zouden 89 tot 98 F-16-gevechtsvliegtuigen beschikbaar moeten zijn. Maar op dit moment zijn dit er slechts 67.

De F-16’s zijn nodig voor de permanente bewaking van het luchtruim. Defensie wil verder jaarlijks deelnemen aan een internationale missie.

De Rekenkamer concludeert dat minister van Defensie Hans Hillen geen idee heeft van de kosten van zowel de F-16’s die in gebruik zijn als van het miljarden project van de Joint Strike Fighter (JSF).

Daarnaast stelt het rapport dat de krijgsmacht niet aan haar eigen ambities met de F-16 kan voldoen.

Momenteel zijn 4 F-16-jachtvliegtuigen gestationeerd op de basis van Camp Marmal bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif om de politietrainingsmissie in Kunduz te ondersteunen.

Vorig jaar namen 6 Nederlande F-16’s deel aan de NAVO-operaties boven Libië.

Piloten
De training van piloten kost volgens de Algemene Rekenkamer zo veel vlieguren dat er voor missies geen uren overblijven.

Minister Hans Hillen erkent dat er een krappe bezetting is en dat deelname aan missies tijdelijk ten koste kan gaan van de training van vliegers.

F-16
Het Ministerie van Defensie heeft 213 F-16’s in de periode 1979 tot 1992 gekocht. Doordat 33 toestellen verloren gingen, en de verkoop van F-16's na bijgestelde ambities, waren er begin vorig jaar nog 87.

Wegens de bezuinigingen stoot Defensie nog 19 F-16’s af.

F-16’s maken per jaar minder vlieguren en het aantal piloten is al teruggebracht naar 68.

zaterdag 17 maart 2012

Defensie Nederland en Noorwegen gaan intensiever samenwerken

Hr. Ms. Rotterdam in Noorse wateren: foto ministerie van Defensie
Minister Hans Hillen (Defensie) heeft met zijn Noorse ambtsgenoot Espen Barth Eide in het kader van “Smart Defence” overlegd over verdere militaire coöperatie. Ze brachten afgelopen week een bezoek aan de oefening Cold Response die in Noorwegen wordt gehouden.

Dat heeft het ministerie van Defensie donderdag gemeld. De bewindslieden spraken onder meer over AWACS-vluchten, de JSF en samenwerking tussen mariniers.

AWACS-vluchten
Een van de uitkomsten van het overleg is dat Noorwegen, op verzoek van minister Hillen, de mogelijkheid onderzoekt om een deel van de AWACS-vluchten uit te voeren vanaf Noorse vliegbases.

De patrouillevliegtuigen van het type AWACS vliegen op dit ogenblik voornamelijk vanaf de basis Geilenkirchen in Duitsland.

JSF
Hillen en Eide spraken ook over de Joint Strike Fighter (JSF). Dit ging zowel over de aanschaf als het onderhoud van de beoogde opvolger van de F-16.

Beide landen vliegen momenteel met F-16-gevechtsvliegtuigen en zoeken daar een opvolger voor.

Samenwerking mariniers
Een andere uitkomst van het overleg is dat de Noren intensiever gaan samenwerken met de Britse en Nederlandse mariniers die al 39 jaar de UK/NL Amphibious Force vormen.

Deze eenheid neemt ook deel aan de oefening Cold Response.

Oefening Cold Response
De ministers Hillen en Eide namen om de internationale samenwerking in de praktijk te aanschouwen een kijkje in het hoofdkwartier van de Noorse krijgsmacht.

Van hieruit worden de meer dan 16.000 militairen van de 15 deelnemende landen aan Cold Response aangestuurd.

Nederland neemt van 14 tot 22 maart deel aan de grote NAVO-oefening Cold Response. De Nederlandse deelname bestaat uit een grote maritieme afvaardiging en eenheden van de andere krijgsmachtdelen.

Namens de marine nemen de Hr. Ms. Rotterdam en het fregat de Hr. Ms. Tromp aan de oefening deel. De Rotterdam traint onder meer op de inzet van na de zomer in de NAVO-operatie Ocean Shield tegen Somalische piraten.

Tot slot brachten beide bewindslieden een bezoek aan de Nederlandse troepen die aan de oefening op Arctisch terrein deelnemen.

Kader Smart Defence
Voor minister Hillen vormt internationale samenwerking de komende jaren een speerpunt van het beleid.

Smart Defence is het principe dat landen die moeten bezuinigen de militaire capaciteiten behouden. Dit kunnen ze doen door de handen ineen te slaan bij de aanschaf van wapens, het trainen van manschappen en onderhoud van materieel.

Minister Hans Hillen zei: “Samenwerken lukt het beste met landen met een vergelijkbare militaire cultuur. Dus zijn de nuchtere Noren natuurlijke partners voor Nederlanders.”

Onlangs sprak de bewindsman in Den Helder ook met België over verdere verdieping van militaire samenwerking.

Hillen en zijn Belgische ambtgenoot Pieter De Crem spraken hierbij onder meer over de gezamenlijke bescherming van het luchtruim, het onderhoud van marineschepen en samenwerking van commando’s.

De Nederlandse krijgsmacht voert grote militaire operaties zelden alleen uit, maar werkt in VN-, NAVO- of EU-verband samen met krijgsmachten van andere landen.

Daarnaast onderhoudt Nederland samenwerkingsverbanden met landen onderling.

Vorige maand herhaalde de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken dat Nederland op Defensie meer moet gaan samenwerken. Dit kan onder meer met België, Duitsland, Noorwegen, Denemarken.

Kaart Noorwegen: CIA
Zie ook:
Nederland en België verdiepen militaire samenwerking
Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig

zaterdag 3 maart 2012

Nederland en België verdiepen militaire samenwerking

Minister Hans Hillen van Defensie en zijn Belgische ambtgenoot Pieter De Crem hebben deze week over verdere samenwerking van beide krijgsmachten gesproken. Het ging hierbij onder meer om de gezamenlijke bescherming van het luchtruim en samenwerking van commando’s.

De bewindvoerders deden dit tijdens een bezoek aan de Admiraliteit Benelux (ABNL) op de marinebasis in Den Helder, zo meldt een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Defensie.

De Admiraliteit Benelux is het gezamenlijke Belgisch-Luxemburgs-Nederlands marinecommando.

Hillen en De Crem besloten in Den Helder om ook andere samenwerkingsverbanden te onderzoeken.

F-16’s
Als voorbeeld noemden de ministers een samengestelde Quick Reaction Force (QRF) van een Nederlands en een Belgisch F-16-gevechtsvliegtuig voor de bewaking van beide luchtruimen.

De toestellen van de QRF staan 24-uur per dag startklaar om op te stijgen en eventuele vijandelijke toestellen of niet-geïdentificeerde vliegtuigen te onderscheppen.

Verder kwamen onderwerpen aan bod als het samen optrekken bij de vervanging van de F-16.

Commando’s
Nederland en België willen daarnaast de samenwerking van de Belgische paracommando’s en Nederlandse eenheden als commando's en mariniers uitbreiden.

Marine “mooi exportproduct”
Minister Hans Hillen zei: “De Belgisch-Nederlandse marinesamenwerking kent internationaal zijn weerga niet. Dit gebeurt goed en soepel en vergroot onze slagkracht. Het is een mooi exportproduct van beide landen.”

Volgens Defensie ziet minister Hillen internationale samenwerking als één van zijn speerpunten.

Hillen zei verder: “Veel landen willen samenwerken, veel landen hebben plannen, maar Nederland en België doen het ook echt. En deze unieke samenwerking gaan we verder uitbreiden.”

Pooling en sharing
Ook leden van de Belgische en de Nederlandse Kamercommissie voor Defensie kwamen poolshoogte nemen van het concept van pooling & sharing, zoals de marines van Nederland en België dat toepassen.

Zo worden Belgische en Nederlandse marinemensen gezamenlijk opgeleid en het onderhoud van schepen wordt onderling uitbesteed.

Nederlandse mijnenjagers worden onderhouden in het Belgische Zeebrugge en de Belgische M-fregatten in Den Helder.

In het verlengde van deze coöperatie wordt ook in Benelux-verband gesproken over uitbreiding ervan.

Ver gevorderde samenwerking
De Nederlandse en Belgische Marine werken al 15 jaar nauw samen bij de operationele gereedstelling van de vloot. Het gaat hierbij om onderhoud van vaartuigen en de opleiding van personeel.

Verder voeren beide landen een geïntegreerd operationeel commando.

Defensie noemt het “één van de verst gevorderde militaire samenwerkingsverbanden binnen de Europese Unie”.

“Deze wijze van optreden toont aan hoe de militaire coöperatie zich in de 21e eeuw binnen de Europese Unie verder kan ontwikkelen,” aldus Defensie.

Nederland en België varen met dezelfde fregatten en mijnenjagers en zijn beide bezig met de introductie van de NH90-helikopter.

Vorige maand herhaalde de Nederlandse Adviesraad Internationale Vraagstukken dat Nederland op het terrein van Defensie meer moet gaan samenwerken. Dit kan met België, maar ook met Duitsland, Noorwegen en Denemarken.

Zie ook:
Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig

woensdag 22 februari 2012

Twee militairen Luchtmobiele Brigade naar Burundi voor trainingsmissie ACOTA

Twee soldaten van de Luchtmobiele Brigade zijn naar Burundi in het oosten van Afrika vertrokken. De militairen zullen daar tot half maart de trainingsmissie ACOTA ondersteunen voor Burundese troepen die naar Somalië gaan. Twee militairen Luchtmobiele Brigade naar Burundi voor trainingsmissie ACOTA

maandag 13 februari 2012

Defensie moet meer samenwerken, extra bezuinigingen niet nodig

De Adviesraad Internationale Vraagstukken schrijft aan minister Hans Hillen dat Nederland op defensiegebied meer moet samenwerken met andere landen. Er moeten geen extra bezuinigingen komen op Defensie.

Nederland kan met andere landen manschappen trainen, materieel onderhouden en wapens worden aangeschaft.

Zonder samenwerking lukt het niet om een rol van betekenis te spelen bij internationale conflicten, zo concludeert de Adviesraad (AIV) in het rapport ‘Europese defensiesamenwerking: soevereiniteit en handelingsvermogen’.

Andere conclusies van de Raad zijn dat verregaande defensie-samenwerking in Europa noodzakelijk is “omdat we te afhankelijk zijn van Amerika”. Verder "moeten we niet bang zijn wat soevereiniteit op te geven".

Radio 1 spreekt met Fred van Staden, een van de opstellers van het rapport en tevens lid van de adviesraad.

De Raad adviseert Defensie zich eerst te richten op samenwerking met België en Duitsland. Dit kan onder meer bij de aankoop van gevechtsvliegtuigen.

Ook nauwere samenwerking met Denemarken en Noorwegen, vooral op luchtmachtgebied, behoort tot de mogelijkheden.

De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) is een onafhankelijk adviesorgaan dat de regering en de Staten-Generaal adviseert over het buitenlandse beleid.

Hieronder valt onder meer Europese integratie, rechten van de mens, ontwikkelingssamenwerking en vrede en veiligheid.


Het persbericht van de Adviesraad:

ADVIESRAAD: MEER DEFENSIESAMENWERKING IS BITTERE NOODZAAK
Den Haag, 10 februari 2012

De forse bezuinigingen op de defensie-uitgaven in veel Europese landen sinds het uitbreken van de financiële crisis dwingen tot vergaande vormen van militaire samenwerking. Zo niet, dan kunnen Nederlandse en Europese ambities om een rol van betekenis te spelen in crisissituaties op en nabij het Europese continent niet meer worden verwezenlijkt. De NAVO-operatie in Libië heeft nog eens aangetoond dat Europa ernstige militaire tekortkomingen kent. Deze konden alleen dankzij de militaire hulp van de VS worden ondervangen, maar Amerikaanse steun in soortgelijke conflicten wordt meer en meer onzeker. Nederland kan alleen via nauwe samenwerking met andere nationale krijgsmachten militair handelingsvermogen en daarmee internationale invloed behouden. De besparingen die door Europese defensiesamenwerking kunnen worden gevonden, mogen niet de weg vrijmaken voor nieuwe bezuinigingen op het defensiebudget. Nederland zou in dat geval het risico lopen zich te diskwalificeren als betrouwbare samenwerkingspartner, zo concludeert de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) in het rapport ‘Europese defensiesamenwerking: soevereiniteit en handelingsvermogen’.

De inzetbaarheid van de Nederlandse krijgsmacht is zo afhankelijk geworden van coördinatie en samenwerking met andere landen, dat een strikt juridische benadering van het behoud van exclusieve beslissingsbevoegdheid van de staat niet langer voldoet. Wanneer men soevereiniteit opvat als ‘het vermogen om via extern handelen nationale belangen optimaal te dienen’ dan is nauwere samenwerking in Europees en breder internationaal verband meer dan ooit noodzakelijk om onze belangen veilig te stellen en invloed te verwerven. Zo bezien is het belang van gedeelde Europese soevereiniteit groter dan dat van de nationale soevereiniteit.

Europese veiligheidsstrategie
Vooralsnog ontbreekt het aan een gemeenschappelijke visie op de rol van Europa op het wereldtoneel en op het Europese defensiebelang. Nederland moet zich samen met gelijkgezinde EU-landen sterk maken voor het opstellen van een nieuwe Europese veiligheidsstrategie. Deze strategie moet leidend worden voor de defensie-investeringsplannen van de Europese landen. Aangezien een (substantiële) verhoging van de defensie-uitgaven in de nabije toekomst niet waarschijnlijk is, rest er maar één alternatief: het uitbannen van militaire overschotten in Europees verband, de gezamenlijke aankoop en onderhoud van materieel, het opzetten van gezamenlijke opleidingen en trainingen, het poolen van bestaand militair materieel en afspraken over taakspecialisatie tussen landen.

Bottom-upbenadering
Naast een Europese veiligheidsstrategie en een daarvan afgeleide top-downbenadering is een bottom-upbenadering nodig voor verdieping van bilaterale defensiesamenwerking. Nederland wordt in Europa gezien als voortrekker op dit gebied. Het zwaartepunt van de bilaterale samenwerking voor Nederland ligt bij de Benelux-partners en Duitsland. Een verdieping van de militaire samenwerking met deze landen is gewenst. Zo kunnen de Nederlandse en Belgische marine-eenheden gezamenlijk worden ingezet bij kustwachttaken, mijnenbestrijding en piraterijbestrijding. Ook kan gezamenlijke aankoop, onderhoud en stationering van Nederlandse en Belgische transport- en gevechtsvliegtuigen kostenbesparingen met zich brengen. Voorts kunnen de Nederlandse en Duitse landmacht vergaande stappen zetten op het gebied van gezamenlijke aankoop en onderhoud van materieel en munitie alsmede de gezamenlijke training en opleiding van militairen. Ook nauwere samenwerking met Denemarken en Noorwegen, vooral op luchtmachtgebied, behoort tot de mogelijkheden.

Zie ook:
Bezuinigingen bezorgen ministerie Defensie moeilijk jaar

maandag 6 februari 2012

Militaire oefening Flintlock 2012 in Mali afgeblazen wegens veiligheidssituatie

De autoriteiten van Mali en Amerikaanse organisatoren van de eindoefening Flintlock 2012 hebben om veiligheidsredenen de oefening in het West-Afrikaanse land Mali geannuleerd. De 30 Nederlandse militairen die deel zouden nemen keren daarom vervroegd terug.

Dat heeft een woordvoerder van het Nederlandse ministerie van Defensie maandag gemeld. Aan de afsluitende oefening zouden 2.000 soldaten uit 16 landen deelnemen.

30 Nederlandse mariniers en commando’s waren al sinds 23 januari in Senegal en Burkina Faso in het westen van Afrika om de oefening Flintlock 2012 voor te bereiden.

Doel Flintlock 2012
Tijdens de oefeningen staat voor de Nederlandse troepen het opdoen van kennis van en ervaring met het optreden in het Afrikaanse klimaat en terrein centraal.

De Afrikaanse partners worden getraind in vaardigheden als de uitvoering van verkenningen, het bieden van eerste hulp en het inrichten van controleposten en patrouilleren.

Het was de bedoeling dat de mariniers en commando’s eind februari aan de eindoefening zouden beginnen.

Nu ronden de manschappen samen met Afrikaanse eenheden uit Senegal en Burkina Faso de huidige voorbereidende oefening af en keren ze terug naar Nederland.

dinsdag 24 januari 2012

Nederland neemt bevel Standing NATO Maritime Group 1 over van Italië

Hr. MS. De Ruyter (Foto: Koninklijke Marine)
Commandeur Ben Bekkering heeft dinsdag op de marinebasis in het Italiaanse Taranto het commando over de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) overgenomen van zijn Italiaanse collega, admiraal Gualtiero Matessi.

Dat heeft een woordvoerder van het ministerie van Defensie dinsdag gemeld. SNMG1, zoals het vlootverband ook wel wordt aangeduid, is een Immediate Reaction Force van de NAVO die momenteel bestaat uit vier vaartuigen uit drie landen.

Deze Immediate Reaction Force patrouilleert waar de NAVO haar belang wil onderstrepen.

Taken SNMG1
Het vlootverband SNMG1 onderstreept de solidariteit binnen het NAVO-bondgenootschap en draagt bij aan het omgevingsbeeld, aldus het ministerie van Defensie.

Tegelijkertijd onderhoudt het eskader een hoge mate van gereedheid, zodat ze snel en afdoende is in te zetten voor verschillende taken.

Dit kan variëren van humanitaire assistentie tot een evacuatie of het veiligstellen van een zeegebied.

Daarnaast dient de vloot als de vooruitgeschoven commando-capaciteit voor de NATO Response Force en neemt het eskader deel aan operaties als Active Endeavour in de Middelandse Zee en de antipiraterij-operatie Ocean Shield in de wateren bij Somalië.

Het komende programma van het eskader bestaat onder meer uit patrouilleren in de Middellandse Zee in het kader van de NAVO-operatie Active Endeavour en een aantal NAVO-oefeningen.

Bekkering zegt in de verklaring van het ministerie van Defensie: “Ons programma kent een hoog tempo en is zeer gevarieerd, van operaties als Active Endeavour en Ocean Shield tot oefeningen voor de gereedstelling van de NATO Response Force.”

“Het brengt ons van de Middellandse Zee naar de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan. Het belang van de zee voor onze economie en onze veiligheid onderstreept de relevantie van deze taak,” aldus Bekkering

Vlaggenschip Hr. Ms. De Ruyter
De SNMG1 bestaat momenteel uit 4 schepen die afkomstig zijn uit Nederland, Canada en Duitsland.

Commandeur Ben Bekkering heeft met zijn internationale staf een onderkomen aan boord van vlaggenschip Hr. Ms. De Ruyter.

Begin mei brengt SNMG1 een bezoek aan Den Helder. Daar zal de De Ruyter worden afgelost door de Hr. Ms. Evertsen.

Begin juni zal De Evertsen het Suezkanaal in Egypte passeren en de leiding over de antipiraterij-operatie Ocean Shield op zich nemen.